“Ik krijg veel vragen van klanten over doorbuiging, bijvoorbeeld als ze kledingrekken moeten construeren. Ze denken vaak dat ze een materiaal moeten kiezen met veel sterkte, maar dat is een groot misverstand.” Arno van Wijnen wordt, als expert op het gebied van materiaalsterkte, regelmatig gevraagd om advies over doorbuiging. En telkens loopt hij tegen hetzelfde vooroordeel aan: “Ze willen bijvoorbeeld staal 42crmo4-V gebruiken, vanwege de sterkte. Maar dat hoeft niet, je moet de oppervlakte vergroten als je doorbuiging wilt voorkomen. Of een andere groep materialen kiezen, met een andere elasticiteitsmodulus.”
Elasticiteitsmodus?
“Doorbuiging is een fenomeen waarbij je niet met een sigma 0,2 rekgrens rekent, zoals bij andere toepassingen waar sterkte belangrijk is. In doorbuigingsformules zit nergens de sterkte van materiaal als variabele: Doorbuiging heeft te maken met de elasticiteitsmodulus, en die verschilt per materiaal groep.”
“Als je bijvoorbeeld kledingrekken moet maken, moet je kijken naar het gewicht van het materiaal en de lengte: je gaat uit van een gelijkmatige belasting. Elke materiaalgroep heeft een andere elasticiteitsmodulus, maar ondanks dat er vele soorten staal zijn is de doorbuiging van staal altijd 210 GPa. De elasticiteitsmodulus hoort bij de zogenaamde fysische waardes van een materiaal, en die zijn voor staal altijd hetzelfde.”
“Als je iets wilt maken waar gewicht aan hangt, moet je kijken naar op hoeveel plekken het wordt vastgemaakt, de ophangplekken. Dat bepaalt de formule die je moet kiezen. En met de juiste formule kun je vervolgens de doorbuiging berekenen. Op de blog van Roy Bosch kun je precies zien hoe je dat moet doen, ik kan het zelf niet beter uitleggen.”
Heb je vragen over de doorbuiging van materialen of over andere eigenschappen van (speciale) metalen? Arno van Wijnen is dé specialist op het gebied van materiaaltoepassingen en technische vraagstukken MCB Specials.
Arno van Wijnen | arno.van.wijnen@mcbspecials.eu | 036 - 549 51 38