We krijgen regelmatig vragen over de slijtvastheid van messing en bronzen productonderdelen in ‘droogloop-situaties’ (geen smering toegestaan), zoals kogelgewrichten. Onze metaalexpert Wonnie van Beek legt uit.
Het eerste dat je over slijtvastheid moet weten, is dat het een systeemeigenschap is en geen materiaaleigenschap. Natuurlijk heeft het materiaal wel een grote invloed, maar de slijtvastheid van een onderdeel is ook afhankelijk van factoren als vorm, beweging, omgeving, oppervlakte-eigenschappen, oppervlaktedruk en vooral het contra-(slijt)onderdeel. Alle parameters samen resulteren in het slijtagegedrag. Hier zit een hele wetenschap achter.
Brons wordt vaak gebruikt voor slijtvaste onderdelen, b.v. kwaliteit CuPb20Sn of CuSn7ZnPb. Beide kwaliteiten bieden een goede weerstand tegen slijtage, maar de eerste kwaliteit heeft betere droogloop-eigenschappen dan de tweede. Het nadeel van deze materialen is de relatief lage maximale gebruikstemperatuur, vanwege het loodgehalte. Hierdoor zijn ze ook zachter dan hun 'zusjes' van fosfor-brons.
Messing heeft in het algemeen slechte slijtage-eigenschappen in vergelijking met brons. Een legering met een paar procent lood verhoogt de weerstand tegen slijtage een beetje, maar het blijft slecht. Er zijn geen messinglegeringen met een zeer hoog percentage lood. Het is alleen gelegeerd voor een betere bewerkbaarheid, niet voor het verbeteren van de slijtage-eigenschappen.
Om de slijtageprestaties te evalueren, moeten testen worden uitgevoerd. Als u meer wilt weten over dit onderwerp: er zijn specialisten (tribologen) die u verder kunnen helpen.
Klik hier om ons assortiment brons te bekijken